Wat zagen de ogen
van Von Frijtag Drabbe ….?
samenstelling: Harry Massop & Nicko Straathof)
Betekenis voor de Geomorfologie
Bij het vervaardigen van de eerste landsdekkende grondwaterdieptekaart van Nederland in het begin van de jaren vijftig is gebruik gemaakt van de zogenaamde natte plekkenkaart van von Frijtag Drabbe. Bij recente navraag bleken deze natte plekken kaarten bij niemand meer bekend te zijn. In dit artikel wordt verslag gedaan van de zoektocht naar deze kaarten ingegaan op de maker van de kaarten en worden de achtergronden van deze kaarten voor zover deze zijn achterhaald beschreven, tevens worden enkele en worden enkele voorbeelden van de kaarten gegeven.
Voor hydrologen, ecologen en landbouwkundigen is de hoogte ten opzichte van maaiveld en de fluctuatie van het grondwatervlak een belangrijk gegeven. Het grondwaterniveau en de fluctuatie is belangrijk voor het bepalen van de potentiële landbouwkundige productie, alsook geeft dit informatie over de potenties voor natuur. De aanleiding voor de instelling van de Commissie Onderzoek Landbouwwaterhuishouding in Nederland (COLN), kort na de 2e wereldoorlog, kan worden gezocht in het door onderzoek onderkennen van nieuwe mogelijkheden welke diep in de bestaande waterstaatkundige gesteldheid van Nederland zullen ingrijpen (Hellinga, 1954). Deze commissie heeft in de periode 1950 tot en met 1958 onderzoek gedaan naar de waterhuishouding van landbouwgronden en de verzilting van open wateren. Enkele van de resultaten van deze commissie waren provinciale grondwaterstandskaarten voor de winter- en zomergrondwaterstand. De kaarten geven landsdekkend voor het landbouwgebied (exclusief stedelijk gebied en natuur) in Nederland informatie over de diepte van het grondwater in de winter en in de zomer en daarmee tevens van de fluctuatie. Om deze kaarten te kunnen maken zijn gedurende 4 jaar van 1952 tot 1955 (Jansen e.a. ,2003) metingen verricht in grondwaterstandbuizen en boorgaten. In de provinciale beschrijvingen wordt melding gemaakt van het gebruik van luchtfoto-interpretatiekaarten van von Frijtag Drabbe "De door von Frijtag Drabbe samengestelde luchtfoto-interpretatiekaarten geven in blauwe en rode kleurnuances aan waar zich op de luchtfoto plekken laten onderscheiden waar relatief nattere resp. drogere toestanden optreden. De kaarten geven in veel gevallen een belangrijke steun aan het tot standkomen van de grondwaterstandskaarten en maakten het toepassen van extrapolaties in veel gevallen op betrouwbare wijze mogelijk." (Stol en Vrijhof, 1958). De COLN-ingenieurs evenals een deel van hun archieven zijn terecht gekomen bij het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding (ICW) in Wageningen, een van de rechtsvoorgangers van het huidige Alterra, onderdeel van WUR. Omdat we geďnteresseerd waren in deze kaarten hebben we allereerst de COLN archieven nageplozen, dit leverde enkel de kaarten op voor de Provincie Groningen en Noord-Brabant. Verdere navraag bij de bibliotheek van de Topografische Dienst heeft geen nieuwe kaarten opgeleverd. Omdat deze kaarten ook bij de inrichting van het landelijk gebied een rol gespeeld zullen hebben was de verwachting dat er in den lande op verschillende plekken mogelijk nog series aanwezig waren. Om na te gaan of de ontbrekende kaarten alsnog konden worden achterhaald is een oproep geplaatst in het hydrologenblad “Stromingen” (Massop en Straathof, 2004). Deze oproep leverde aanvankelijk niets op, echter 2 jaar na de plaatsing van het artikel werden we benaderd door de dochter van de maker van de kaarten, Mevr. Fok-von Frijtag Drabbe. Zij verklaarde dat de oorspronkelijke kaarten zich in Delft moesten bevinden. Bij verdere navraag bleek dat de originele kaarten in het bezit waren gekomen van de Stichting Boom te Delft (foto van de overhandiging). De Stichting Boom was bereidwillig om de kaarten tijdelijk beschikbaar te stellen om er vervolgens digitale scans van te maken. De digitale scans zijn inmiddels beschikbaar. In dit artikel willen we ingaan op de persoon Von Frijtag Drabbe en zijn belangrijke werk: de rood-blauwe kaarten.
Cornelis Antonius Josčphe von Frijtag Drabbe is geboren op 5 oktober 1889. Na de middelbare school begon hij op 16 september 1908 aan een militaire carričre bij de koninklijke militaire akademie (KMA) te Breda, hij doorliep vervolgens de rangen van cadet tot kapitein. Op 16 september 1934 werd hem op verzoek eervol ontslag verleend uit militaire dienst en werd hij benoemd tot hoofd van de opnemingsdienst van de Topografische Dienst. In oktober 1940 verliet hij de Topografische Dienst, zodat hij niet voor de bezetter hoefde te werken. Na de oorlog werd dit ontslag herzien en met ingang van 8 mei 1945 werd hij opnieuw als hoofd van de opnemingsdienst in vaste dienst aangenomen bij de Topografische Dienst te Utrecht. Op 1 mei 1947 volgde zijn benoeming tot directeur wat hij tot zijn pensioen op 1 november 1954 bleef. Von Frijtag Drabbe heeft altijd grote belangstelling getoond voor luchtfoto’s en de mogelijkheden die deze foto’s lijken te bieden naast het doel waarvoor ze worden gemaakt namelijk de militaire en topografische toepassing. Deze belangstelling heeft mede geresulteerd in een groot aantal publicaties. Hij heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot de autoriteit op het gebied van de luchtfoto-interpretatie in Nederland. Om zijn kennis over te brengen heeft hij les gegeven in de luchtfoto-interpretatie op de KMA te Breda en aan het in 1951 opgerichte ITC te Enschede. Ook had hij als directeur van de Topografische Dienst intensieve contacten met de NAVO, hierdoor werd hij in 1950 zelfs benoemd tot kolonel in buitengewone dienst. In de literatuurlijst is getracht een volledig overzicht te geven van zijn publicaties. Via deze publicaties als ook lezingen kwam von Frijtag Drabbe in contact met wetenschappers op velerlei gebied zoals professor van Giffen (archeologie) en professor Edelman (bodemkundige). Op basis van de luchtfoto’s ontwikkelde hij verschillende (geologische) theorieën of hing reeds verlaten theorieën aan, hierdoor botsen zijn ideeën soms met de toenmalige en huidige wetenschappelijke opvattingen (Groutars, 1988). Brongers (1972) heeft zijn publicatie over een akkercomplex uit de IJzertijd bij Vaassen opgedragen aan “C.A.J. von Frijtag Drabbe, die als eerste Celtic Fields in Nederland op luchtfoto’s ontdekte”. Een naar we schatten belangrijk nagelaten product waarnaar in de literatuur wel wordt verwezen (COLN,1958), maar waarover hij zelf voor zover kon worden achterhaald, niet heeft gepubliceerd zijn de zogenaamde natte plekkenkaarten. Deze worden ook wel aangeduid als de rood-blauwe kaarten In een krant worden deze zelfs aangeduid als kaart met onderaardse rivieren.
Door Groutars (1988) is,
in het kader van een afstudeerscriptie, onderzoek gedaan naar de rood-blauwe
kaarten. Von Frijtag Drabbe heeft rood-blauwe kaarten gemaakt voor heel
Nederland en voor delen van België, Frankrijk en Duitsland. We beperken ons tot
de kaarten die van Nederland zijn gemaakt.
De rood-blauwe kaarten zijn topografische kaarten, schaal 1: 50.000, die op basis van luchtfoto’s in rode en blauwe kleurschakeringen zijn ingekleurd. De topografie op deze kaarten stamt van voor de oorlog. Er is geen handleiding of beschrijving bij de kaarten. Op bladzijde 7 van Luchtfoto en foto-interpretatie deel II, (von Frijtag Drabbe, 1954b) geeft hij een summiere weergave van de gevolgde werkwijze.
“Met rood
geven we nu die gebieden aan, die klaarblijkelijk geen reactie op vocht vertonen
en dus klaarblijkelijk het vocht weinig opnemen en snel kwijtraken; met blauw
die gebieden die krachtig reageren en daardoor meestal relatief donkerder
gekleurd zijn. Dit zijn doorgaans de van nature vochtige gebieden. Daarbij
krijgt men allerlei schakeringen en overgangstoestanden. Die geven wij aan met
rood met een ietsje blauwe nuance of met rood en blauw even sterk dooreen of met
blauw met een ietsje rood erover”
Voor het inkleuren werd gebruik gemaakt van luchtfoto’s. Een luchtfoto is niets anders dan een beeld van het maaiveld in de vorm van een samenspel van lijnen en vlakken in allerlei nuances die gaan van wit naar zwart. De luchtfoto is daardoor bruikbaar om hieraan topografische gegevens te ontlenen, zoals perceelsvormen, grondgebruik, waterlopen, wegen etc.. Naast de perceelsvormen kunnen in bepaalde gevallen binnen een of meerdere percelen patronen of structuren worden gevonden. Deze patronen kunnen bijvoorbeeld overeenkomen met verschillen in bodemopbouw. Verschillen in bodemopbouw resulteren in bijv. verschillen in capillaire nalevering aan gewassen, stagnatie van water op maaiveld of boven moeilijk doordringbare lagen etc. Als de omstandigheden gunstig zijn, bijv. onder droge of nattere omstandigheden dan zijn de verschillen in vochtigheidsgraad of materiaalsoort zichtbaar op de luchtfoto.
Ook veranderingen in de bodemopbouw door bijv. ingrepen van de mens of de natuur kunnen hierdoor zichtbaar worden (oude afgegraven dijken, verdwenen kastelen). Zo is in de zomer van 2003 bij Groenlo, onder extreem droge omstandigheden de Franse schans uit de tachtigjarige oorlog herontdekt waarvan het bestaan bekend was maar niet de exacte locatie. Gedurende een droge zomer tekende zicht vanuit de lucht de contouren van de schans duidelijk af in het landschap.
De Franse Schans bij Groenlo op Virtual Earth
Von Frijtag Drabbe geeft in zijn boek (von Frijtag Drabbe, 1972) meerdere andere voorbeelden.
Het voorbeeld van de Franse Schans geeft aan dat sommige fenomenen alleen in extreme situaties zichtbaar zijn, dit betekent dat je veel geluk moet hebben om het fenomeen waar te nemen op luchtfoto’s. Als men beschikt over meerdere opnamen gemaakt in verschillenden jaargetijden en onder verschillende weersomstandigheden dan vergroot men de kans om patronen waar te nemen.
Naast bodemkundige verschillen kunnen ook hoogteverschillen aanleiding geven tot vochtverschillen aan maaiveld. Het grondwatervlak volgt het maaiveld in sterke mate, echter ingeval van abrupte maaiveldhoogte verschillen over korte afstand kunnen zich eveneens verschillen in vochtgehalte aftekenen, het mooist is dit te zien aan de diep ingeslepen dalen in de stuwwallen en in Zuid-Limburg.
Om luchtfoto’s voor topografische doeleinden te maken zijn slecht weinig dagen per jaar geschikt (bladerloze bomen, niet bewolkt of mistig). Von Frijtag Drabbe kon echter via zijn connecties bij de NAVO beschikken over de luchtfoto’s die tijdens de 2e wereldoorlog zijn gemaakt. Deze foto’s zijn het hele jaar door en onder allerlei omstandigheden gemaakt. Soms wel met meer dan veertig foto’’s van een gebied. Tijdens de oorlog waren aanzienlijke gebieden slecht ontwaterd (gebrek aan brandstof voor de gemalen) en zijn door de Duitsers gebieden onder water gezet. Door deze extreme omstandigheden werden verschillen in vochtgehalte eveneens zichtbaar gemaakt. Daarnaast is het voor de interpretatie van foto’s van belang om over ervaring en een geoefend oog te beschikken om niet over bepaalde structuren heen te kijken.
De luchtfoto geeft hierbij niet alleen een beeld van het aardoppervlak maar ook over de diepere lagen.
Naast informatie omtrent de bodemgesteldheid,vochttoestand en hoogteligging zijn op de kaarten tevens bodemsporen aangeduid die met de activiteiten van de mens in vroeger tijden samenhingen. Met de kleur groen gaf von Frijtag Drabbe plaatsen aan waar volgens hem Celtic Fields lagen, met bruin lijnen is de aanwezigheid van karresporen op luchtfoto’s van heideterreinen aangeduid.
Brongers, die onderzoek heeft verricht aan Celtic Fields in Drenthe en omgeving (Brongers, 1976) en in de 60-er jaren meermalen met von Frijtag Drabbe over dat onderwerp heeft gesproken, noemt hem de grondlegger van de archeologische luchtfoto-interpreatie in Nederland. (Brongers ,2008)
Andere archeologische informatie die niet van luchtfoto’s af te lezen is maar wel op sommige van de kaarten zijn aangebracht betreft de lokatie van Hunebedden (heldere rode stippen), en vindplaatsen van bewoningsporen uit IJzertijd en Steentijd (zwarte stippen, driehoeken, vierkanten, kruizen). De vindplaatsen zijn echter niet volledig en uptodate te beschouwen.
Al in 1947 (Kleyn,1999) riep Von Frijtag Drabbe de archeologen op gebruik te maken van de luchtfoto omdat hij voorzag dat door de ontginning van nog resterende woeste gronden en de rationalisatie van de landbouw de nog zichtbare bodemsporen zouden worden vernietigd. Deze oproep viel echter niet in vruchtbare aarde bij de toenmalige gevestigde orde binnen de archeologie. Wellicht kan nu echter aan de hand van deze kaarten de indicatieve kaart archeologische waarde (IKAW) van het RACM nog verder worden verfijnd.
Betekenis
voor de Geomorfologie.
Uit de publicaties van Von Frijtag Drabbe (1954a ,b ,c) blijkt duidelijk dat hij uitgesproken ideeën heeft ten aanzien van o.m. de vorming van Pleistoceen en Holoceen Nederland. Op de kaarten is vaak de aanduiding “verspoeld” te vinden.
In tegenstelling tot de gevestigde hypotheses met betrekking tot de landijs bedekking van Nederland , hing hij de “drift-theorie” van Charles Lyell aan. De ronde tot ovale vormen die hij op talloze plaatsen in Drenthe , Overijssel op luchtfoto’s aantrof schreef hij toe aan het smelten van gestrande ijsbergen in een periode dat Nederland tot op een hoogte van 10 m+NAP overdekt was met een ijszee.
Die zelfde verklaring geeft hij ook aan de zg “Carolina Bays.” De verspoeling die Von Frijtag Drabbe in het landschap terug ziet doet denken aan theorien van Shaw met betrekking tot catastrofale vloedgolven als gevolg van het plotsklaps leeglopen van omvangrijke smeltwatermeren
Het is te betreuren dat toenmalige bodemkundigen en geomorfologen, wellicht afgeschrikt door zijn afwijkende mening, niet de moeite hebben genomen zijn opvattingen door middel van sedimentologisch veldwerk te toesten. De kaarten bieden wellicht nu de mogelijkheid om de Geomorfologische kaart van Nederland (GKN) te verder te detailleren.
De kaarten van Von Frijtag Drabbe geven een kwalitatief beeld van droge en natte gebieden. Zoals in de inleiding gememoreerd hebben deze kaarten een rol gespeeld bij het maken van kaarten van de winter- en zomergrondwaterstand bij het onderzoek van de Commissie Onderzoek Landbouwwaterhuishouding in Nederland. In de onderstaande plaatje is van het stroomdal van de Westerwoldse Aa een uitsnede van de rood-blauwe kaart weergegeven met daarnaast de wintergrondwaterstand volgens COLN de maaiveldhoogte volgens het AHN en de Gt-kaart. Het verschil tussen natte en droge plekken kan worden verklaard door verschillen in de bodem op de topografie van het maaiveld, het kan dus een mix zijn van meerdere aspecten. De overeenkomst in de patronen van de verschillende kaarten is duidelijk zichtbaar, met name die tussen het kwalitatieve beeld van de rood-blauwe kaart en het kwantitatieve beeld van de AHN hoogtekaart.
In de huidige tijd kunnen we beschikken over digitale kaarten, zoals de hoge resolutiebeelden van de maaiveldhoogte (5*5 m), daarnaast zijn digitale versies van de bodem- en grondwatertrappenkaarten beschikbaar op schaal 1: 50 000. Ook is inmiddels een geomorfologische kaart voor Nederland beschikbaar. Gebruik van deze kaarten met de rood-blauwe kaarten geeft enerzijds de mogelijkheid om de rood-blauwe kaarten te toetsen en te verklaren, anderzijds is het mogelijk dat deze kaart ons kan helpen het verleden te reconstrueren. Door ingrepen, zoals maaiveldegalisaties, die in verschillenden ruilverkavelingen hebben plaatsgevonden, het breken van slechtdoorlatende lagen in de ondergrond, zijn verschillen in vochtsituatie genivelleerd. De rood-blauwe kaart is mogelijk geschikt om hierover informatie te verschaffen. Vooral het combineren van verschillende digitale kaarten biedt hiertoe mogelijkheden. De rood-blauwe kaart, die voor Nederland landsdekkend beschikbaar is, is inmiddels gescand en daarmee digitaal beschikbaar. Om de kaart te kunnen toepassen binnen een GIS dienen de kaarten nog te worden gegeorefereerd.
Over
de bedoelingen van von Frijtag Drabbe ten aanzien van de toepassing van de
kaarten kunnen we slechts gissen. Het feit dat de kaarten bij de vakgroep
Bouwkunde van de TU Delft terecht zijn gekomen en er vervolgens kopieën bij
verscheidene provinciale planologische diensten zijn beland kan duiden op
gebruik bij infrastructurele en stedelijk uitbreidingsplannen. Volgens Brongers
(pers. med.) waren de kaarten naar
de mening van von Frijtag Drabbe ook van militair-strategisch belang in geval van een
tankoorlog met communistisch Rusland. Op de kaarten is namelijk goed te zien
waar de bodemgesteldheid (draagkracht en reliëf) problemen zou kunnen opwerpen
voor het transport van zwaar materieel.
Von Frijtag Drabbe heeft een immens werk verzet door grote aantallen luchtfoto’s te interpreteren en te vertalen naar zogenaamde natte en droge plekken. Dit werk heeft plaatsgevonden in de periode 1945-1954. Omdat hij vooral gebruik maakte van luchtfoto’s uit en direct na de 2e wereldoorlog hebben de kaarten dus betrekking op deze periode. Helaas ontbreekt een uitgebreide toelichting en legenda bij zijn kaarten. De kaarten hebben in het verleden al een rol gehad voor maken van COLN grondwaterkaarten. De kaarten zijn kwalitatieve kaarten, ze geven onderlinge verschillen echter geen absolute.
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von, 1954a,
Aerial Photograph and Photo Interpretation,
deel I Post glacial Phenomena in
the Netherlands Topografische
Dienst, Delft
Frijtag Drabbe, C.A.J. von, 1954b , Luchtfoto en foto-interpretatie , deel II Historische Geologie in West-Europa. Topografische Dienst , Delft
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von, 1954c
,
Luchtfoto en foto-interpretatie,
deel III : Nederland en zijn bescherming tegen de zee. De Duinen , Topografische
Dienst, Delft.
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von,1972,
Luchtfotografie , wat slechts weinig ogen zagen….., Van Goor &
Zonen, Den Haag
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von, 1948,Het lezen en interpreteren van verticale
luchtfoto’s in Het Spiedend Oog
der Luchtcamera , Schepers, J.H.G, 1948 EJ.Brill
,Leiden
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von, 1948
Luchtfoto en Geschiedenis, Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde 64,no. 4,
161-8
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von, 1947,
De Luchtfoto in dienst van de archeologie ,in : Een kwart eeuw oudheidkundig
bodemonderzoek in Nederland (Gedenkboek A.E. van Giffen) ,Meppel, 491 -6
Frijtag
Drabbe, C.A.J von, 1953. Ce que nous apprennent les photographies aériennes
in Bulletin de la Société Royale Belge de Geographie 5-14.
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von, 1955,
Barradeel en de luchtfoto, in : Barradeel , Drachten, 149-60
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von, 1949, Grondonderzoek in Nederland met behulp van
luchtfoto’s, Weg en Waterbouw, 1994/3
Frijtag
Drabbe, C.A.J. von, 1954,
De rol van de luchtfoto in de planologie, Tijdschrift voor Volkshuisvesting en
Stedebouw 87-89
Brongers,
J.A., 1976, Air Photography and Celtic Field Research in The
Netherlands, Nederlandse Oudheden 6, ROB, Amersfoort
Groutars,
L, 1988,
Rood/Blauw
Kaarten, D1-scriptie, Studiegroep Stadontwerp & Milieu
(SOM), faculteit Bouwkunde, TU Delft
Kleyn,
E, 1999,
Boven rusteloos land, Remote Sensing ten behoeve van de
morfologische analyse van het stadslandschap 1915-1980, diss. Instituut
voor Kunst- en Architectuurgeschiedenis, RU Groningen.
Jansen, P.C., M. Knotters, D.J. Brus & J.B.F. van der Horst,2003, Reconstructie van historische grondwaterstandskarakteristieken met grondwaterstanden gemeten in de periode 1952-1955; Alterra rapport 614
Visser .W.C. ,1958, De landbouwwaterhuishouding van Nederland , Commissie Onderzoek Landbouwaterhuishouding Nederland. T.N.O.
Stol,Ph.Th., B.Vrijhof, 1958, De landbouwwaterhuishouding in de provincie Zuid-Holland, Commissie Onderzoek Landbouwaterhuishouding Nederland. T.N.O.
De scans van de kaartbladen zijn als jpeg-bestanden te downloaden vanaf dat kaartindex onder aan de pagina. Door op een blad te klikken, wordt het gescande kaartblad opgehaald. Als u het gescande blad wilt downloaden, ga dan met de muispointer naar het gewenste kaartblad, druk op de rechter muiskop en kies "Save Target As..." (of "Doel Opslaan Als...") om het plaatje lokaal op te slaan. Exemplaren van de publicaties van von Frijtag Drabbe (von Frijtag Drabbe , 1954a,1954b,1954c) zijn, voor zolang de voorraad strekt, kosteloos verkrijgbaar bij Eric Graver van de TopografischeDienst/Kadaster in Emmen.
Graag zouden we (Harry Massop & Nicko Straathof) uw op- en aanmerkingen bij de kaarten willen horen, als u bv. een verklaring heeft voor bepaalde patronen die op de kaarten te vinden zijn. De kaarten zijn nog niet gegeorefereerd. Indien u voor een kaartblad van uw interesse een zg "world-file" maakt, dan zouden we die graag ontvangen om die bij de bestanden op de fileserver te plaatsen